Reageer op: Interpretatie AvS tekst aangaande radiatoren

#8599
Gerard
Deelnemer

    Dit komt uit een uitspraak gedaan op 14 augustus 2018 aangaande de rookgasafvoeren of deze gemeenschappelijk zijn of niet:
    4.8 Als uitgangspunt geldt de (vaste) rechtspraak van de Hoge Raad inzake de uitleg van de akte van splitsing in appartementsrechten (HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:337): “Zoals is overwogen in HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1078 (…), gelden voor de uitleg van splitsingsstukken in een geval als het onderhavige de volgende uitgangspunten.
    Voor de vaststelling van het recht tot uitsluitend gebruik van een gedeelte van een in appartementsrechten gesplitst registergoed is bepalend hetgeen daaromtrent is vastgelegd in de op die splitsing betrekking hebbende splitsingsstukken (de notariële akte van splitsing en de aan de minuut van die akte gehechte tekening). Bij de uitleg daarvan komt het aan op de daarin tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan. Deze bedoeling moet naar objectieve maatstaven worden afgeleid uit de omschrijving in die akte van de onderscheiden gedeelten van het gebouw en uit de daaraan gehechte tekening, bezien in het licht van de gehele inhoud van de akte en de tekening.
    De rechtszekerheid vergt dat voor de vaststelling van hetgeen tot de privé gedeelten respectievelijk tot de gemeenschappelijke gedeelten behoort, slechts acht mag worden geslagen op gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsing stukken kenbaar zijn.
    Indien de ingeschreven splitsing stukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is. In geval van tegenstrijdigheid tussen de akte van splitsing en de splitsingstekening kan niet op voorhand ervan worden uitgegaan dat hetzij de akte van splitsing, hetzij de splitsingstekening de bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan juist weergeeft. De rechter zal aan de hand van de aan de splitsing stukken te ontlenen aanwijzingen – waaronder de mate van gedetailleerdheid waarin de desbetreffende gedeelten zijn omschreven in de tekst van de akte onderscheidenlijk zijn weergegeven in de splitsingstekening, en hetgeen overigens uit de splitsing stukken valt af te leiden omtrent de bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan – en gelet op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden interpretaties zouden leiden, moeten bepalen of doorslaggevend gewicht toekomt aan de akte van splitsing dan wel aan de splitsingstekening.”
    Uit deze, niet bepaald gedetailleerde, tekeningen valt niet af te leiden dat de schachten in de appartementen als gemeenschappelijk zijn aangeduid; enkel de ruimten rondom de appartementen zijn als zodanig (door arcering of anderszins) aangegeven. Dat betekent dat uit de tekening kan worden afgeleid dat alles wat zich in het appartement bevindt niet gemeenschappelijk is. In de splitsingsakte zelf is ook geen aanwijzing te vinden over het wel of niet gemeenschappelijk zijn van de schachten en/of de rookgasafvoerpijpen van de cv-ketels. Dan blijft over het Modelreglement waarnaar in de splitsingsakte wordt verwezen. In artikel 9 lid 1 sub b (“de gemeenschappelijke zaken”) wordt verwezen naar de technische installaties met de daarbij behorende leidingen en dan met name naar de centrale verwarming (inclusief radiatoren en bijbehorende kranen); uit deze omschrijving zou kunnen worden afgeleid dat een cv-ketel, die overigens niet wordt genoemd, gemeenschappelijk is (nu de radiatoren en bijbehorende kranen in de privé gedeelten wel als gemeenschappelijk worden benoemd onder de noemer “centrale verwarming”). Echter in de slotzin van artikel 9 lid 1 sub b wordt als uitzondering op “gemeenschappelijke gedeelten” benoemd “ alles voor zover die installaties [waaronder dus een cv-ketel met de daarbij behorende rookgasafvoerpijp, zo verstaat het hof] niet uitsluitend [onderstreping hof] ten dienste van één privé gedeelte strekken”. De (vervolg)vraag is dus of de cv-ketels met de daarbij behorende rookgasafvoerpijpen uitsluitend ten dienste staan aan (of gebruikt worden door) één appartement. Overigens heeft de VvE niet gesteld dat, gezien de tekst van artikel 9 lid 1 sub b, ook de cv-ketels gemeenschappelijk zouden zijn; integendeel, uit de stukken leidt het hof af dat iedere eigenaar zorgdraagt voor vervanging van de eigen cv-ketel en dat die vervangingskosten niet ten laste komen van de VvE.
    In deze uitspraak lijkt het er op dat de CV-ketels, radiatoren en radiatorkranen toch niet tot gemeenschappelijke zaken worden gerekend.
    Maar misschien lees ik het wel verkeerd.