Kamerverhuurbedrijf in de VvE, wat is dat?
In de splitsingsakte van veel verenigingen van eigenaren (VvE) staat een verbod op het hebben van een ‘kamerverhuurbedrijf’. Nederlandvve.nl krijgt via de VvE-vraagbaak regelmatig de vraag voorgelegd wanneer er sprake is van zo’n kamerverhuurbedrijf en wanneer niet. Inmiddels heeft de rechtbank Amsterdam zich in een helder geformuleerde uitspraak over die vraag uitgelaten. Nederlandvve.nl bespreekt die uitspraak.
Splitsingsakte: verbod op kamerverhuurbedrijf
In de splitsingsakte van de VvE waar het in deze procedure over ging, staat een verbod om in de woningen een pension of kamerverhuurbedrijf te exploiteren. Een appartementseigenaar heeft haar appartement verbouwd. Inmiddels bestaat het uit vier slaapkamers een woonkeuken, berging en een toilet/doucheruimte. De eigenaar zegt dat zij dat appartement als één zelfstandige woning wil verhuren. Ze doet dat dan via één huurovereenkomst, maar wel aan vier of vijf personen. Op grond van de huurovereenkomst heeft elke bewoner het exclusief gebruik van een slaapkamer, met gemeenschappelijk gebruik van de overige voorzieningen. De huurders zijn allemaal hoofdelijk aansprakelijk voor de huurprijs en vormen een woongroep.
VvE besluit dat het kamerverhuur is
De appartementseigenaar vindt daarom dat er geen sprake is van een kamerverhuurbedrijf, en vraagt toestemming aan het bestuur van de VvE (dat bestaat uit de overige drie leden van de VvE) voor deze vorm van verhuur. De VvE is het daar niet mee eens, en weigert de gevraagde toestemming. Door het VvE bestuur wordt aangegeven dat het bij de splitsing de bedoeling was om elke vorm van kamerverhuur – ongeacht de vorm waarin de contractuele relatie met de verhuurder gegoten wordt – verboden is. Het bestuur geeft aan met twee bewoners akkoord te kunnen gaan, maar niet met vier of zelfs vijf. De appartementseigenaar kan niet met dat besluit leven, en vraagt de kantonrechter om het besluit van het VvE-bestuur te vernietigen.
Kantonrechter legt begrip ‘kamerverhuurbedrijf’ uit
De kantonrechter zegt in de uitspraak dat het begrip ‘kamerverhuurbedrijf’ wat verouderd is. Het verbod betekent dat kamergewijze verhuur niet is toegestaan. Het maakt dan niet uit of de appartementseigenaar vier kamers via één contract verhuurt aan een woongroep van vier personen, of dat hij met elke bewoner een separate huurovereenkomst aangaat. Het gaat erom op welke wijze het appartement wordt bewoond en de gevolgen die dat heeft voor de VvE. En de bedoeling van het verbod in de splitsingsakte is om juist te voorkomen dat het appartement kamergewijs aan de man wordt gebracht, aldus de kantonrechter. De rechter komt daarom tot de conclusie dat de voorgenomen verhuur in strijd is met de splitsingsakte.
Conclusie: kamerverhuurbedrijf is breed begrip
De conclusie is dat er al snel sprake is van een kamerverhuurbedrijf. Als er niet sprake is van een situatie waarbij de huurders samen een huishouden voeren, maar echt een kamer bewonen met het gebruik van wat gemeenschappelijke voorzieningen, dan zal er al snel sprake zijn van een kamerverhuurbedrijf in de zin van de splitsingsakte.
Reacties
Discussiëren over dit onderwerp? Ga naar het VvE-Forum op VvE-Forum.nl