Bron: iure.nl. Klik hier voor meer informatie over nietige en vernietigbare VvE-besluiten.
Publicatiedatum 2009-12-08
Datum uitspraak 2009-12-08
Rechtsgebied Civiel overig
Procedure Hoger beroep
Laatst bijgewerkt 2011-05-27
Eerste incident 2005-03-15
Doorlooptijd 1729 dagen
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
BESCHIKKING
in de zaak van:
1. H, 2. T, 3. W, allen wonend te Y, APPELLANTEN, advocaat: mr. J.H.F. Overkleeft, kantoorhoudende te Hoorn,
t e g e n
VERENIGING VAN EIGENAARS VAN HET FLATGEBOUW X 146 TOT EN MET 161, gevestigd te Hoorn , GEÏNTIMEERDE, advocaat: mr. E.U.U. Vroom, kantoorhoudende te Amsterdam .
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna H c.s. en de VvE genoemd.
H c.s. zijn bij beroepschrift met producties, dat op 13 januari 2009 ter griffie van het hof is ingekomen, in hoger beroep gekomen van een beschikking die de kantonrechter te Hoorn onder zaaknummer/repnummer 261522 / EJ VERZ 08-65 op 15 december 2008 heeft gegeven. Het beroepschrift strekt ertoe dat het hof genoemde beschikking zal vernietigen en het inleidend verzoek van H c.s. alsnog zal toewijzen met veroordeling van de VvE in de kosten van de procedure, zo begrijpt het hof, in beide instanties.
Op 29 oktober 2009 heeft de mondelinge behandeling van het hoger beroep plaatsgevonden. Direct hieraan voorafgaand is van de zijde van H c.s. een faxbericht bij het hof binnengekomen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Overkleeft, voornoemd, namens H c.s. en mr. Vroom, eveneens voornoemd, namens de VvE het woord gevoerd. Zij hebben aan het hof aantekeningen overgelegd van hetgeen zij naar voren hebben gebracht. Voorts zijn er door en namens partijen nadere inlichtingen verstrekt, hebben belanghebbenden het woord gevoerd en zijn er nog enkele stukken in het geding gebracht. Van de zitting is proces verbaal opgemaakt.
Vervolgens is de behandeling van de zaak gesloten en meegedeeld dat uitspraak zal volgen.
2. De feiten
2.1 Gelet op hetgeen de kantonrechter onbestreden heeft vastgesteld en op hetgeen het hof vaststelt als voldoende gemotiveerd gesteld en niet dan wel onvoldoende gemotiveerd bestreden, gaat het in deze zaak om het volgende.
2.2 H c.s. zijn ieder appartementseigenaars in het appartementengebouw X 146 tot en met 161 te Y, dat uit zestien appartementen bestaat.
2.3 Blijkens de notulen van een vergadering van de VvE van 15 maart 2005 is S verkozen tot voorzitter van de VvE.
2.4 Op 19 februari 2008 is de jaarlijkse algemene ledenvergadering van de Vereniging van Eigenaars gehouden. Op de agenda die voorafgaand aan deze vergadering aan de leden is toegestuurd door het bestuur van de VvE, staan onder punt 5 als agendapunten genoteerd: “Begroting 2008” en “Verhoging servicekosten”. Als bestuursleden staan onder de agenda vermeld: S, voorzitter, J, vice–voorzitter en Z, eveneens vice-voorzitter.
2.5 Bij de agenda is de begroting gevoegd voor 2008 en enkele financiële stukken. De begroting ziet er als volgt uit:
Begroting 2008
Inkomsten
Servicekosten bewoners 146 t/m 160: €35000.00 Achterstallige servicekosten: €1000.00 Individuele bijdrage opstalverzekering: €117.00 Rente Roparco rekening: €553.00
Totale inkomsten: €36670.00
Uitgaven
Opstalverzekering: €1250.00 Administratiekosten: €500.00 Bijdrage kosten voorzitter: €25.00 Abonnement VVE magazine: €80.00 Bankkosten: €160.00 Reparatie lekkage nr. 153: €900.00 Goten schoonmaken: €100.00 Verzakking grond: €1200.00 Timmerwerkzaamheden/onvoorziene uitgaven: €5000.00 Diverse: €100.00
Totale uitgaven: €9315.00
Saldo reserve begin 2008: €12154.00 Saldo reserve eind 2008: €39.00,509,05
Inkomsten servicekosten: €35000.00
Verhoging 2008: Benedenwoning: €145.83 pm Bovenwoning: €218.75 pm
2.6 In de notulen van de vergadering van 19 februari 2008 staat het volgende vermeld. Onder het kopje “opening” staat dat S concludeert dat bij aanvang van de vergadering 31 stemmen aanwezig zijn, waardoor aan het vereiste van artikel 37 lid 5 van het reglement van splitsing (hierna: het reglement) dat tenminste 2/3 van de uit te brengen stemmen ter vergadering aanwezig is, is voldaan. Voorts staat in de notulen bij de behandeling van agendapunt 5 dat Z aangeeft dat de begroting en het voorstel tot verhoging van de servicekosten impliciet uitgaat van het voornemen dat schilderwerkzaamheden zullen plaatsvinden, maar dat deze werkzaamheden bij gebrek aan financiële middelen pas in het voorjaar van 2009 zullen plaatsvinden. Op een vraag van H antwoordt Z, zakelijk weergegeven, dat het bedrag van €5000.00 voor “Timmerwerkzaamheden/Onvoorziene uitgaven” niet betekent dat de vereniging eerst het herstel of de vervanging van houtwerkzaamheden wil afronden voordat schilderwerkzaamheden, die noodzakelijk zijn geworden, plaatsvinden, maar dat deze post op de begroting eerder is bedoeld voor onvoorziene omstandigheden zoals het verhelpen van lekkage binnenshuis. Bij stemming over de voorgestelde verhoging van de servicekosten worden 27 stemmen uitgebracht vóór het voorstel en zes stemmen (H c.s.) tegen. Vervolgens worden 25 stemmen uitgebracht vóór het begrotingsvoorstel en zes stemmen (H c.s.) tegen. De notulen vermelden dat S vaststelt dat de voorstellen zijn aangenomen.
3. Beoordeling
3.1 In eerste aanleg hebben H c.s. de rechtbank verzocht om de besluiten ten aanzien van de begroting en de verhoging van de servicekosten nietig te verklaren, dan wel te vernietigen wegens strijd met het reglement of de akte van splitsing, dan wel wegens strijd met de redelijkheid en de billijkheid. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen en H c.s. hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten.
3.2 In hoger beroep verzoeken H c.s. het hof de bestreden beschikking te vernietigen en – blijkens het faxbericht dat op 29 oktober bij het hof is binnengekomen ter correctie van een ook voor de VvE kennelijke omissie – opnieuw rechtdoende de betreffende besluiten van de VvE van 19 februari 2008 alsnog nietig te verklaren, althans te vernietigen en de VvE te veroordelen in de kosten van het geding.
3.3 H c.s. hebben in hun grieven naar voren gebracht dat de betreffende besluiten, anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld, vernietigbaar dan wel nietig zijn. Ter onderbouwing van dit standpunt hebben zij er zich op beroepen dat er tijdens de vergadering van 19 februari 2008 geen voorzitter aanwezig was, dan wel dat er geen voorzitter was benoemd conform het bepaalde in artikel 32 lid 5 van het reglement, dan wel dat het voorzitterschap van de vergadering blijkens het reglement onverenigbaar is met het zijn van bestuurder van de VvE. Voorts hebben zij er op gewezen dat de notulen niet zijn ondertekend, hetgeen in strijd is met artikel 39 lid 1 van het reglement. Daarnaast hebben zij aangevoerd dat de voorgestelde begroting niet voldoet aan de eisen die het reglement stelt in de artikelen 17 en 18, waardoor het besluit over die begroting niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat datzelfde geldt voor de verhoging van de servicekosten. Zij voeren tevens aan dat de begroting en de verhoging van de servicekosten niet zien op de vorming van een reservefonds, waartoe de VvE verplicht is, maar op de uitgave voor voorgenomen schilderswerk, waarvoor, gelet op de hoogte van het bedrag dat blijkens de begroting en het totale bedrag aan servicekosten met deze uitgave is gemoeid, in de vergadering een gekwalificeerde meerderheid aan stemmen vereist is (artikel 37 lid 5 van het reglement). Tot slot hebben H c.s. naar voren gebracht dat de betreffende besluiten in strijd zijn met de redelijkheid en de billijkheid omdat, zo begrijpt het hof, een aantal appartementseigenaars bepaalde onderhoudswerkzaamheden aan de gemeenschappelijke delen van het eigen appartement zelf heeft bekostigd (het plaatsen van kunststof kozijnen die niet geschilderd behoeven te worden) en deze eigenaars op basis van de gewraakte besluiten in de kosten van voor hen onnodig schilderwerk aan de gemeenschappelijke delen zouden moeten bijdragen. Voorts hebben zij er zich op beroepen dat er grote verschillen zijn in de staat van onderhoud van de appartementen.
3.4 Het hof is van oordeel dat geen van de door H ingenomen standpunten tot nietigheid of vernietigbaarheid van de ter vergadering van 19 februari 2008 genomen besluiten ten aanzien van de begroting en de verhoging van de servicekosten kan leiden. Daartoe is het volgende redengevend.
3.4.1 Uit de notulen van de vergadering van 15 maart 2005 blijkt dat S benoemd is tot voorzitter van de VvE. Op grond van artikel 32 lid 5 van het reglement, geldt deze benoeming voor onbepaalde tijd. Zij staat in haar hoedanigheid van voorzitter vermeld op de agenda voor de vergadering van 19 februari 2008, op overige vergaderstukken in het dossier en in correspondentie tussen haar en individuele appartementseigenaars. Hetgeen in de notulen is opgenomen over haar optreden laat geen andere conclusie toe dan dat zij de vergadering leidde en derhalve als voorzitter optrad. Voor zover H c.s. menen dat de genomen besluiten vanwege de wijze van totstandkoming vernietigbaar zijn omdat dit optreden onverenigbaar is met haar functie als bestuurder van de VvE, overweegt het hof het volgende. Het reglement, dat dateert van vóór de invoering van het huidige BW in 1992, spreekt van een “administrateur”, de destijds gebruikte term voor de bestuurder van de VvE. Dit reglement gaat, evenals het toen geldende recht, uit van de noodzaak van een voorzitter van de vergadering van eigenaars, die aan de administrateur enig tegenwicht zou kunnen bieden, indien de eerstgenoemde de vergadering van eigenaars leidde. Nu doorgaans het bestuur van een VvE veelal uit drie of meer personen bestaat, dienen de wet ( art. 5: 133 lid 1 BW) en het reglement zo te worden uitgelegd dat tegen een versmelting van functies geen bezwaar bestaat als er meer bestuurders zijn, zoals in dit geval waarin er sprake is van twee vice-voorzitters (Z en J). H c.s. hebben weliswaar nog aangevoerd dat er geen vice-voorzitter zou zijn benoemd, maar zij hebben dit punt niet nader onderbouwd, terwijl uit de notulen van de vergadering van 19 februari 2008 blijkt dat in ieder geval ook Z in de hoedanigheid van bestuurder (vice-voorzitter) toelichtingen geeft. De conclusie luidt derhalve dat S tot voorzitter van de VvE is benoemd en als zodanig de vergadering heeft kunnen voorzitten. Aan de besluiten kleeft derhalve geen gebrek, zoals door H c.s. is betoogd.
3.4.2 Het hof acht het voor de rechtsgeldigheid van de betreffende besluiten voorts niet van belang dat de notulen van de vergadering van 19 februari 2008 niet zijn ondertekend. Artikel 39 lid 1 van het reglement kan niet anders worden begrepen dan dat die ondertekening ziet op het vaststellen van hetgeen ter vergadering is besproken. H c.s. hebben geen dan wel onvoldoende stellingen naar voren gebracht waaruit kan worden afgeleid dat het hetgeen in de notulen is opgenomen een onjuiste weergave is van het gevoerde debat. Het feit dat de notulen niet zijn ondertekend, kan derhalve niet worden teruggevoerd tot een grond die tot nietigheid of vernietigbaarheid van de besluiten aanleiding geeft.
3.4.3 Artikel 18 in combinatie met artikel 17 van het reglement geven aan welke posten deel uitmaken van de jaarlijkse begroting. Doel van deze bepalingen is dat aan de eigenaars inzicht wordt geboden in de belangrijkste inkomsten – in dit geval de servicekosten -, en uitgaven. De bepalingen hebben niet de strekking dat op straffe van nietigheid of vernietigbaarheid van de besluitvorming omtrent de begroting alle in artikel 17 en 18 genoemde onderdelen van die begroting deel moeten uitmaken. De begroting voor 2008 […] voldoet aan de eisen van inzichtelijkheid van inkomsten en uitgaven, zodat van strijd met het reglement geen sprake is. Dat het voorstel met betrekking tot de verhoging van de servicekosten op enige wijze strijdig zou zijn met het reglement is weliswaar door H c.s. gesteld, maar van geen enkele argumentatie voorzien en ook overigens niet gebleken, zodat het hof dit punt passeert.
3.4.4 Met betrekking tot de inhoud van de besluiten overweegt het hof het volgende. Het hof stelt vast dat op 19 februari 2008 een besluit over de begroting 2008 en in samenhang daarmee een besluit over de verhoging van de servicekosten aan de orde was. De begroting, in relatie met de verhoging van de servicekosten, kan niet anders worden verstaan dan dat er in 2008 door de VvE zal worden gespaard en dat er weinig uitgegeven wordt. Uit de begroting blijkt dat het de bedoeling is dat de VvE een reservering vormt in 2008 (ook wel aangeduid met de term “reservefonds” zoals bedoeld in artikel 5:126 BW en artikel 31 van het reglement) met het oog op de bekostiging van buitengewone uitgaven in 2009 om achterstallig (schilder)onderhoud te kunnen financieren. Voorts laat de begroting zien dat de daartoe benodigde gelden uit een verhoging van de servicekosten moeten worden gerealiseerd. De vice-voorzitter Z heeft ter toelichting ter vergadering aangegeven dat het de bedoeling is dat er pas in 2009 uitgaven zullen worden gedaan aan schilderwerk. Niet uitgesloten is dat de reservering aan een ander doel zou moeten worden besteed (bijvoorbeeld onvoorzien ander groot onderhoud). Er lag géén voorstel om concrete schilderwerkzaamheden in 2008 of in 2009 te gaan verrichten. Van een besluit waarvoor op grond van artikel 37 lid 5 van het reglement een gekwalificeerde meerderheid aan stemmen nodig is in verband met de hoogte van met schilderwerkzaamheden gemoeide kosten (meer dan f 5.000,-), is derhalve in het geheel geen sprake.
3.4.5 Het hof ziet in het betoog van H c.s. geen argument op grond waarvan de betreffende besluiten in strijd met de redelijkheid en de billijkheid zouden zijn genomen. Voorop staat dat ook H c.s. vinden dat er sprake is van achterstallig schilderonderhoud. Dat zij menen dat zij niet op gelijke wijze als andere eigenaars zouden moeten bijdragen in de kosten van noodzakelijke schilderwerkzaamheden, wat daarvan ook zij, kon in de besluitvorming op 19 februari 2008 geen rol spelen – en is door geen van hen aan ter vergadering aan de orde gesteld – omdat er geen concreet voorstel over die te verrichten werkzaamheden ter stemming voorlag. Overigens is door de VvE ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep onbetwist naar voren gebracht dat slechts één der appellanten kunststof kozijnen heeft aangebracht en dat de overige appartementseigenaars met kunststofkozijnen geen aanspraak maken op een vermindering van de eigen bijdrage. Dat er verschillen zijn in de staat van onderhoud van de appartementen is door de VvE niet betwist. Ook dit punt vormde echter geen onderwerp van besluitvorming op 19 februari 2008.
3.4.6 Hetgeen H c.s. overigens nog hebben aangevoerd, – waaronder de stelling dat de besluiten niet goed zouden zijn onderbouwd omdat een meerjarenplan zou ontbreken – kan niet tot een ander oordeel leiden. Het hof merkt ten overvloede nog op dat het feit dat een aantal appartementseigenaars het inhoudelijk niet eens is met besluiten die ter vergadering worden genomen, een onvoldoende grondslag vormt voor de nietigheid of vernietigbaarheid van die besluiten. Nu de rechtgeldigheid van de besluiten vaststaat, zullen H c.s. op gelijke wijze als de andere appartementseigenaars moeten bijdragen in de verhoogde servicekosten.
4. Slotsom
Het hoger beroep heeft geen succes. De bestreden beschikking zal worden bekrachtigd. Het hof ziet aanleiding om ambtshalve een proceskostenveroordeling uit te spreken ten laste van H c.s., die volledig in het ongelijk zijn gesteld.
5. Beslissing
Het hof:
– bekrachtigt beschikking waarvan beroep;
– verwijst H c.s. hoofdelijk in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van de VvE gevallen en tot op heden begroot op €894.00 aan salaris;
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar , G.C. Makkink en E.J. Rotshuizen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 december 2009.