Onlangs verscheen er in een uitspraak m.b.t. verhuur in de VvE een interessante uitspraak over een andere kwestie, namelijk een opgelegde boete door de VvE.
In het MR was de oorspronkelijke tekst
“Indien de betrokkene geen gevolg geeft aan de waarschuwing kan de vergadering hem een boete opleggen van ten hoogste een bedrag dat nader in de akte zal worden bepaald voor elke overtreding, onverminderd de gehoudenheid van de overtreder tot schadevergoeding, zo daartoe termen aanwezig zijn, en onverminderd de andere maatregelen, welke de vergadering kan nemen krachtens de wet of het reglement.”
vervangen door
“In afwijking van het daaromtrent bepaalde in het model-reglement, bedraagt de maximum-boete eenhonderd gulden (NLG 100,-) of zoveel meer als de vergadering telkenjare mocht vaststellen.”
Die onnauwkeurige verandering heeft er kennelijk voor gezorgd dat er in die VvE geen grondslag meer bestaat waaruit de bevoegdheid zou moeten blijken om een boete uit te mogen delen.
“De rechtbank oordeelt dat de rechtszekerheid zich ertegen verzet dat zonder uitdrukkelijke grondslag de vergadering van eigenaars een boete kan opleggen aan haar leden. De bevoegdheid om aan [eiser] een boete op te leggen vanwege de verhuur van zijn appartement in strijd met het splitsingsreglement volgt niet reeds uit de wet en niet is gebleken dat hiervoor een andere statutaire of contractuele grondslag bestaat dan het geschrapte artikel 27 lid 2 van het model-reglement. Dat het niet de bedoeling zou zijn geweest van de opstellers van de splitsingsakte om deze bevoegdheid uit het model-reglement te schrappen, zoals de VvE heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Deze andere bedoeling is niet voor derden kenbaar uit de splitsingsakte en de daarin opgenomen wijziging van het model-reglement.”