Het Depositogarantiestelsel: Hoe werkt het en wat betekent het voor spaarders en VvE’s?

Stel je voor: je hebt jarenlang gespaard en je geld netjes op de bank gezet, maar plotseling gaat die bank failliet. Een zorgwekkend scenario, maar gelukkig biedt het depositogarantiestelsel (DGS) in Europa bescherming. Dit systeem voorkomt dat spaarders al hun geld verliezen bij een bankcrisis. Wij, Nederlandvve.nl en TEN31, leggen in dit artikel uit hoe het DGS werkt en wat het betekent voor spaarders en VvE’s. We gaan dieper in op de werking van het DGS en de specifieke impact ervan op Verenigingen van Eigenaars (VvE’s), inclusief de mogelijkheden die banken zoals TEN31 bieden voor extra bescherming.

Wat is het depositogarantiestelsel?

Het depositogarantiestelsel is een regeling die garandeert dat spaarders tot een bepaald bedrag hun geld terugkrijgen als een bank failliet gaat. In Nederland valt dit onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB), die tegoeden tot 100.000 euro per persoon per bank garandeert. Dit betekent dat als een bank omvalt, spaarders binnen enkele dagen hun geld terugkrijgen tot de vastgestelde limiet.

Voor VvE’s is dit van groot belang, omdat zij vaak aanzienlijke spaarsaldi beheren voor onderhoud en gezamenlijke kosten. In Nederland wordt een VvE als een enkele deposant beschouwd, waardoor de garantie beperkt blijft tot 100.000 euro per VvE per bank. Heeft een VvE een hoger saldo? Dan kan het spreiden van tegoeden over meerdere banken een verstandige keuze zijn.

Waarom bestaat het depositogarantiestelsel?

Het DGS is ontworpen om vertrouwen in het banksysteem te behouden. Zonder deze garantie zouden spaarders bij het minste gerucht over een wankele bank massaal hun geld opnemen, wat een domino-effect zou kunnen veroorzaken en de economie zou destabiliseren. Door spaarders zekerheid te bieden, voorkomt het DGS dergelijke panieksituaties.

Voor VvE’s is deze zekerheid van groot belang. Zonder het DGS zou een faillissement van een bank betekenen dat een VvE mogelijk geen financiële middelen meer heeft voor noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Dankzij de garantie weten VvE’s dat hun spaargeld tot een bepaald bedrag veilig is.

Is het depositogarantiestelsel verplicht en hoe is het ontstaan?

Ja, het depositogarantiestelsel is verplicht voor alle EU-lidstaten. Dit is vastgelegd in de Europese richtlijn 2014/49/EU, die bepaalt dat alle banken in de EU aangesloten moeten zijn bij een nationaal garantiestelsel. In Nederland is de uitvoering in handen van DNB, die ervoor zorgt dat banken verplicht bijdragen aan een fonds waarmee uitkeringen bij faillissement worden betaald.

Dit systeem werd in 1994 door de Europese Unie ingevoerd en is sindsdien meerdere keren hervormd, vooral na de financiële crisis van 2008. Die crisis benadrukte de kwetsbaarheid van banken en de noodzaak om spaarders beter te beschermen.

Wat zijn de verschillen tussen Europese landen?

Hoewel alle EU-landen zich aan de basisregels moeten houden, zijn er enkele belangrijke verschillen:

  • Uitbetalingstermijn: Volgens de EU-richtlijn moet een uitkering binnen zeven werkdagen plaatsvinden, maar in sommige landen kan dit in de praktijk langer duren.
  • Extra bescherming: Sommige landen bieden extra dekking voor tijdelijk hogere saldi, bijvoorbeeld na de verkoop van een huis.
  • Financiering: Nederland werkt met een ex-ante systeem, waarbij banken vooraf bijdragen aan een fonds. In andere landen, zoals Italië, is er een ex-post systeem, waarbij banken pas betalen als er daadwerkelijk een bankfaillissement plaatsvindt.

 


 

Hoe werkt het depositogarantiestelsel in Duitsland?

Duitsland hanteert een iets ander systeem dan Nederland, vooral als het gaat om VvE’s. In Nederland geldt de garantie per VvE, maar in Duitsland wordt de garantie toegekend per lid van de VvE. Dit betekent dat als een Duitse VvE bijvoorbeeld tien leden heeft, elk lid individueel wordt beschermd tot 100.000 euro. Hierdoor kan de totale garantie aanzienlijk hoger uitvallen dan in Nederland.

Daarnaast kent Duitsland een dubbele beschermingsstructuur. Naast het wettelijke depositogarantiestelsel hebben sommige banken extra beschermingsmechanismen via vrijwillige depositogarantievoorzieningen. Dit biedt spaarders, inclusief VvE’s, in sommige gevallen extra zekerheid.

Wat betekent dit voor jouw VvE?

Voor VvE’s is het belangrijk om goed te kijken waar zij hun geld onderbrengen. De Nederlandse DGS garandeert 100.000 euro per VvE per bank, terwijl in Duitsland het beschermingsniveau hoger kan liggen door de per-lid-garantie. Dit betekent dat VvE’s met grote reserves baat kunnen hebben bij het spreiden van hun tegoeden over verschillende banken, of zelfs bij het overwegen van een bank zoals TEN31, die in Duitsland opereert en mogelijk een hogere bescherming biedt vanwege de per-lid-garantie.

Tot slot

Het depositogarantiestelsel is een belangrijk instrument voor financiële stabiliteit in Europa. Het beschermt spaarders, inclusief VvE’s, tegen de gevolgen van een bankfaillissement. Hoewel de basisprincipes in alle EU-landen hetzelfde zijn, kunnen de details per land verschillen. Voor VvE’s is het vooral van belang om zich bewust te zijn van de garantiegrenzen en hun spaargeld strategisch te beheren. Een bank als TEN31 kan hierbij een veilige en aantrekkelijke optie zijn, gezien de gunstigere garantievoorwaarden voor VvE’s in Duitsland.