Verjaring in de VvE, hoe zit het precies?
In de wet zijn verschillende verjaringstermijnen te vinden. Afhankelijk van over wat voor vordering het gaat, geldt een andere verjaringstermijn. Doorgaans zijn deze 5 of 20 jaar. Ook het moment waarop de verjaring begint te lopen verschilt per vordering. Voor Verenigingen van Eigenaars (VvE ‘s) is het daarom van belang steeds goed te bekijken welke verjaringstermijn van toepassing is en wanneer deze begint te lopen.
Verjaringstermijn vordering tot betaling: 5 jaar
Als er sprake is van achterstallige servicekosten van VvE-leden, dan verjaart de vordering van de VvE na 5 jaar. Deze verjaringstermijn begint te lopen op de dag nadat de VvE-bijdrage opeisbaar is geworden. Meestal geldt dat de servicekosten elke maand vooruit moeten worden betaald. Dat betekent dat de verjaringstermijn voor de servicekosten van de maand juni 2015 op 1 juni 2015 is begonnen te lopen (de servicekosten waren namelijk op 31 mei opeisbaar). De vordering tot betaling verjaart dus op 1 juni 2020. Daarna kan de VvE geen procedure meer starten om betaling te vorderen.
Verjaringstermijn strijd met splitsingsakte: 20 jaar
Als er sprake is van een onrechtmatige situatie, bijvoorbeeld gebruik van een appartement in strijd met de splitsingsakte, of bijvoorbeeld als een eigenaar zonder toestemming wijzigingen in een gemeenschappelijke zaak heeft aangebracht, dan geldt een verjaringstermijn van 20 jaar. Die verjaringstermijn begint te lopen op het moment dat de VvE bekend is geworden met de onrechtmatige situatie en zij opheffing daarvan kan vorderen. Zo stond de rechtbank Rotterdam het gebruik van een appartement als bordeel toe omdat er sprake was van verjaring. Een andere rechter zei echter dat een gemeenschappelijke kruipruimte geen privé eigendom was geworden, omdat het gebruik niet voor de andere VvE-leden zichtbaar was. Daarom was de verjaringstermijn niet gaan lopen.
Rechtsverwerking
Niet alleen verjaring, maar ook rechtsverwerking kan ervoor zorgen dat de VvE geen vordering in rechte meer kan instellen (althans, dat die vordering kan worden afgewezen). Van rechtsverwerking is echter niet zo snel sprake. Er moeten daarvoor gedragingen van de VvE zijn waardoor de schuldenaar (of degene die onrechtmatig handelde) erop mag vertrouwen dat de VvE geen nakoming (betaling of opheffing van de situatie) zal verlangen. Enkel stilzitten van de VvE is daarvoor niet voldoende.
Reacties
Discussiëren over dit onderwerp? Ga naar het VvE-Forum op VvE-Forum.nl