Kamervragen over de gasketelwet: gevolgen voor VvE’s en maatregelen voor veilige rookgasafvoer

Minister Mona Keijzer heeft recent kamervragen beantwoord over de uitdagingen die VvE‘s ondervinden door de Gasketelwet. Deze ontwikkelingen zijn belangrijk voor de veiligheid en duurzaamheid van woningen die onderdeel zijn van een Verenigingen van Eigenaars (VvE’s).

CLV-systemen (een gemeenschappelijke combinatie van luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer voor cv-ketels), die veel worden toegepast in appartementencomplexen, kunnen problemen opleveren wanneer VvE’s overstappen op moderne, energiezuinige cv-ketels. De nieuwe Gasketelwet stelt strenge eisen aan de veiligheid van deze systemen, wat kan betekenen dat bestaande CLV-systemen aangepast of zelfs vervangen moeten worden om te voldoen aan de huidige normen.

Kamervragen over de Gasketelwet

De vragen van Pieter Grinwis (Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie, die vragen stelde om duidelijkheid te krijgen over de gevolgen van de Gasketelwet voor VvE’s) zijn beantwoord. Vooral het antwoord op vraag 3 geeft veel duidelijkheid voor VvE’s. Deze vraag luidde: ‘Bent u ermee bekend dat een geschiktheidsverklaring van het collectieve afvoersysteem in de praktijk geen oplossing biedt voor VvE’s, omdat deskundigen hiervoor moeilijk te vinden zijn, een dergelijk onderzoek duizenden euro’s kost en regelmatig herhaald moet worden vanwege de korte houdbaarheid van zo’n onderzoek?’ De minister bevestigde dat het verkrijgen van een geschiktheidsverklaring inderdaad lastig kan zijn vanwege de kosten, beschikbaarheid van deskundigen en de noodzaak voor regelmatige herhaling. Ze benadrukt echter dat de geschiktheidsverklaring noodzakelijk is om de veiligheid van collectieve rookgasafvoeren te waarborgen, zeker wanneer installateurs de veiligheid van het systeem niet zelf kunnen beoordelen. Bovendien kunnen VvE’s in het register van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (tlokb.nl) gecertificeerde installatiebedrijven vinden die deze werkzaamheden kunnen uitvoeren.

De minister erkent verder de zorgen van VvE’s omtrent de kosten en complexiteit van de aanpassingen die nodig zijn voor CLV systemen. Ze benadrukt hoe belangrijk het is dat VvE’s hun installaties tijdig laten inspecteren en aanpassen waar nodig om zo de veiligheid van bewoners te waarborgen. Om VvE’s hierbij te ondersteunen, zijn er financiële regelingen en subsidies beschikbaar gesteld. Zo kunnen VvE’s gebruikmaken van subsidies zoals de SEEH (Subsidie Energiebesparing Eigen Huis) voor het uitvoeren van noodzakelijke aanpassingen. Het is belangrijk dat VvE’s goed geïnformeerd zijn over deze mogelijkheden, zodat ze financiële ondersteuning kunnen krijgen bij de vaak kostbare aanpassingen die nodig zijn.

Daarnaast werd benadrukt dat de uitdagingen van de Gasketelwet bekend waren vóór de invoering en dat er maatregelen zijn getroffen om deze aan te pakken. Er is onder andere een handelingskader voor installateurs opgesteld en een praktijkrichtlijn (NPR) ontwikkeld om de veiligheid te waarborgen en VvE’s ruimte te bieden bij renovatie en vervanging van rookgasafvoersystemen. Ook werkt de minister samen met de sector om verdere knelpunten te identificeren en op te lossen.

Samenvatting van alle vragen en antwoorden

In totaal heeft Pieter Grinwis zes vragen gesteld aan minister Mona Keijzer over de gevolgen van de Gasketelwet voor VvE’s, met een focus op de financiële impact en uitvoerbaarheid voor VvE’s met collectieve rookgasafvoersystemen.

  • Vraag 1 ging over de hoge kosten voor VvE’s door de Gasketelwet en de behoefte aan een pragmatisch plan van aanpak. De minister benadrukte het belang van veiligheid en verwees naar een handelingskader voor installateurs en een nieuwe praktijkrichtlijn (NPR) die VvE’s meer ruimte biedt om collectieve rookgasafvoeren te blijven gebruiken, mits de veiligheid gewaarborgd is.
  • Vraag 2 stelde de minister op de hoogte van de onuitvoerbaarheid van de verplichting om collectieve afvoersystemen ouder dan vijftien jaar volledig te vervangen. De minister erkende deze uitdaging, maar wees erop dat de vervanging noodzakelijk is wanneer de technische levensduur is bereikt. VvE’s kunnen echter financiële ondersteuning krijgen via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) of het Nationaal Warmtefonds.
  • Vraag 3 betrof de moeilijkheid om een geschiktheidsverklaring te verkrijgen voor collectieve rookgasafvoersystemen. De minister erkende dat het vinden van deskundigen moeilijk kan zijn en dat de kosten hoog zijn, maar benadrukte dat deze verklaring essentieel is voor de veiligheid. Er zijn inmiddels 178 bedrijven gecertificeerd voor werkzaamheden aan collectieve rookgasafvoeren, wat de beschikbaarheid zou moeten verbeteren.
  • Vraag 4 ging over de vraag of er bij de opstelling van de Gasketelwet rekening is gehouden met de kosten en haalbaarheid voor VvE’s. De minister benadrukte dat de noodzaak van veilige rookgasafvoeren al voor de wet bekend was en dat er informatie is verstrekt over periodieke inspecties en onderhoud. Ze is bereid om met de sector in gesprek te gaan over mogelijke aanvullende oplossingen.
  • Vraag 5 vroeg naar de timing van de evaluatie van de Gasketelwet. De minister gaf aan dat de evaluatie samen met de beantwoording van deze vragen naar de Kamer is gestuurd.
  • Vraag 6 vroeg of de minister bereid was de problematiek van VvE’s met prioriteit op te lossen, gezien het naderende stookseizoen. De minister verwees naar haar eerdere antwoord en benadrukte dat het belang van veiligheid voorop staat en dat oplossingen in de praktijkrichtlijn en handelingskader worden geboden.

Lees hier alle beantwoorde vragen van Pieter Grinwis over de Gasketelwet.

Wat VvE’s moeten weten

Voor VvE’s is het noodzakelijk om samen te werken met gecertificeerde installateurs om de veiligheid van bewoners te garanderen. CLV-systemen brengen specifieke uitdagingen met zich mee, vooral wanneer oudere systemen moeten worden aangepast aan moderne normen. VvE’s moeten zich bewust zijn van de risico’s die verouderde rookgasafvoersystemen met zich meebrengen, en tijdig maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat hun installaties voldoen aan de huidige veiligheidseisen.

Proactieve maatregelen, zoals het periodiek laten onderhouden van installaties door gecertificeerde installateurs en het gebruikmaken van beschikbare subsidies, kunnen toekomstige problemen voorkomen en bijdragen aan een veilige en toekomstbestendige woonomgeving. Door tijdig in actie te komen en samen te werken met de juiste professionals, kunnen VvE’s niet alleen de veiligheid van hun bewoners waarborgen, maar ook bijdragen aan het verduurzamen van hun gebouwen. Dit past binnen de bredere ambities van de overheid om het woningbestand in Nederland veiliger en energiezuiniger te maken.

Invloed van de CO-regeling op inspecties rookgasafvoeren

De invoering van de CO-regeling (certificeringsregeling voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties) heeft invloed gehad op de certificering van installateurs. Alleen gecertificeerde installateurs mogen nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties uitvoeren, wat betekent dat VvE’s er zeker van moeten zijn dat ze werken met professionals die aan deze strenge eisen voldoen. Dit draagt bij aan de veiligheid, maar kan ook leiden tot hogere kosten en beperkte beschikbaarheid van gecertificeerde installateurs voor VvE’s. Uit de recente evaluatie van het CO-stelsel blijkt dat de kwaliteit en veiligheid van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties zijn verbeterd. Inmiddels zijn meer dan 3.100 bedrijven gecertificeerd, wat de beschikbaarheid van gekwalificeerde installateurs vergroot. Voor VvE’s betekent dit dat zij gemakkelijker toegang hebben tot gecertificeerde professionals voor het onderhoud en de aanpassing van hun installaties, wat bijdraagt aan de veiligheid van bewoners.

Dit bericht is geplaatst op  vrijdag 22 november 2024.

Reacties


Discussiëren over dit onderwerp? Ga naar het VvE-Forum op VvE-Forum.nl

Reageren op dit artikel kan hieronder.
Wilt u discussiëren of heeft u een vraag? Surf dan naar VvE-Forum.nl

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Alle velden gemarkeerd met * moeten worden ingevuld.