Verschuiving in wetgeving door de Omgevingswet: Keuringsplicht voor VvE’s in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is een onderdeel van de Omgevingswet en bevat regels over de veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu van bouwwerken. Deze regels zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat gebouwen veilig en duurzaam zijn, en zijn van toepassing op zowel particuliere eigenaren als Verenigingen van Eigenaars (VvE’s). VvE’s zijn namelijk verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke installaties binnen hun gebouwen, zoals verwarmingsinstallaties en andere technische bouwsystemen. Dit betekent dat de keuringsplicht voor bijvoorbeeld verwarmingsinstallaties in gemeenschappelijke ruimtes ook onder de verantwoordelijkheid van VvE’s valt.
Dit artikel is geschreven met behulp van een LinkedIn-post van Daniël Baars. U kunt zijn LinkedIn-profiel hier bezoeken voor meer informatie en nuttige VvE gerelateerde posts.
In het Bbl is een keuringsplicht voor stookinstallaties opgenomen in paragraaf 6.5.3, gericht op zogenoemde ‘gebouwgebonden’ stookinstallaties. Het gaat hierbij om installaties die onderdeel zijn van het technische bouwsysteem, zoals installaties voor gebouwverwarming, warm tapwater en elektriciteitsvoorziening ter plaatse. Deze keuringsplicht geldt niet voor installaties in particuliere woningen, behalve als het gemeenschappelijke installaties betreft. Dus hoewel een ketel in een privéwoning niet onder deze regeling valt, geldt de keuringsplicht wel voor een gedeelde ketel in een appartementencomplex of flatgebouw.
Gevolgen voor VvE’s
De invoering van de Omgevingswet, die sinds 1 januari 2024 van kracht is, brengt een verschuiving van bevoegdheden met zich mee. Bouw- en woningtoezicht van gemeenten hebben nu ook de verantwoordelijkheid voor de keuring van stookinstallaties, een taak die voorheen volledig bij de omgevingsdiensten lag. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om deze verantwoordelijkheid alsnog bij de omgevingsdienst te laten door middel van een mandaat voor paragraaf 6.5.3.
Voor Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) met een gemeenschappelijke stookinstallatie betekent dit dat zij verantwoordelijk zijn voor de veilige werking van de installatie en het voldoen aan de keuringsplicht. Een nieuwe keuringsplichtige installatie, bijvoorbeeld een ketel op gas vanaf 100 kW, moet binnen zes weken na ingebruikname gekeurd worden. Deze verplichte keuring, bekend als de S.C.I.O.S.-keuring, is bedoeld om de veiligheid en milieuvriendelijkheid van de installatie te waarborgen. Daarnaast moet de installatie geregistreerd worden in het S.C.I.O.S.-portaal. Alleen S.C.I.O.S.-gecertificeerde bedrijven mogen deze keuringen uitvoeren.
Risico op boetes
VvE’s moeten voorkomen dat zij een bestuurlijke boete opgelegd krijgen voor het niet (tijdig) laten keuren van hun stookinstallaties. De hoogte van deze boete is afhankelijk van de duur van de overtreding en eventuele eerdere overtredingen. Sinds 1 januari 2024 is de bestuurlijke boete een nieuw handhavingsinstrument onder de Omgevingswet. In tegenstelling tot een dwangsom of bestuursdwang is de bestuurlijke boete een punitieve maatregel, bedoeld om te straffen en toekomstige overtredingen te voorkomen.
Voorheen was het risico op boetes minder groot omdat de handhaving voornamelijk gericht was op herstel van onrechtmatige situaties door middel van dwangsommen of bestuursdwang. Nu de bestuurlijke boete als handhavingsinstrument is toegevoegd, is er een groter risico voor VvE’s die niet aan de keuringsplicht voldoen, omdat de boete gericht is op straffen en afschrikking in plaats van herstel.
Het is daarom van groot belang dat VvE’s tijdig actie ondernemen om hun gemeenschappelijke verwarmingsinstallaties te laten keuren en zo boetes te voorkomen. Meer informatie over de keuringsplicht en de gevolgen daarvan kunt u vinden op de website van IPLO.
Reacties
Discussiëren over dit onderwerp? Ga naar het VvE-Forum op VvE-Forum.nl